Matera

zondag 8 juni - Gallipoli - 64km

Deze morgen is de campingwinkel gesloten en is er geen brood op de camping, alhoewel in de ASCI-gids stond dat er wel brood zou zijn. Gezien het kleine aantal toeristen verwondert het ons niet. Geen probleem voor ons want wij hebben steeds een noodvoorraad mee.

We gaan vandaag eerst het uiterste punt van de hak bekijken. Er is vandaag een wielertreffen, een rit over de litoranea met vertrek in Otranto en aankomst in Leuca. We hebben gisteren geluk gehad, want vandaag is er geen doorkomen aan.

Na de middag wandelen we langs de Corso Roma richting het schiereiland van de oude stad. Gallipoli is Grieks voor „mooie stad” en zo heet ze niet voor niets.

Gallipoli heeft zoals Otranto een verleden als belangrijke havenstad. De bezetting door de Saracenen heeft een stadsplan op islamitische leest opgeleverd, een doolhof van steegjes en huizen met binnentuinen.

Op de ringweg, de lungomare, staan verscheidene visserskerken en de gevel van de kathedraal herinnert aan het barokke Lecce.

Leuca is zeer kalm, de wielertoeristen komen maar deze namiddag toe en andere toeristen zijn er nog niet. Er is een heel mooie lungomare - promenade langs de zee - en in een alimentare vinden we verse broodjes. Na de wandeling nemen we de superstrada richting Gallipoli, waar we een grote parking vinden op 2km van de oude stad. Dichter geraken we niet, ofwel verboden voor motorhomes ofwel geen plaats. 

Een „schmutzige” Duitser laat op de parking het grijs water van zijn motorhome gewoon over straat lopen, het is toch maar water zegt hij. Die man is perfect op zijn plaats in Puglia.

Na een ijsje gaan we de koelte opzoeken in camping Baia di Gallipoli op enkele kilometers van Gallipoli. De receptie van de camping is op een heuvel gelegen maar de camping zelf ligt beneden aan de heuvel. Het is de tijd van de middagrust en we moeten wachten tot 16u vooraleer ze voor ons de poort willen openen. 

Na wat zoeken kiezen we voor een plaats onder olijfbomen. We staan daar samen met een bonte mengeling andere kampeerders: Fransen, veel Italianen en een groep Nederlanders en Belgen op een ACSI-groepsreis. 

’s Voormiddags heeft de groep steeds een gezamenlijke activiteit en in de namiddag is iedereen vrij. 

Het zwembad is de uitgelezen plaats om af te koelen maar de wind heeft een regen van takjes en bladeren in het water geblazen. De verantwoordelijke van het zwembad kan niet volgen met opruimen, maar hij doet daar ook niet erg veel moeite voor.

maandag 9 juni - Gallipoli - 0km

De nacht was heel warm onder ons olijfbomendek. Wanneer we tegen 10u ons verblijf met een dag willen verlengen, hapt een hond in het been van mijn vrouw. Doorgebeten heeft hij niet maar het doet wel pijn, een grote blauwe plek is het zichtbare gevolg.

Ik laat de nodige vaststellingen doen door de politie maar een bezoek aan het hospitaal is nog niet nodig. De vakantiesfeer is wel weg, afwachten of de gevolgen erger worden. 

De eigenaars van de hond zijn erg vriendelijk, ze komen hier al jaren op vakantie en het beest zou geen vlieg kwaad doen. Allemaal mogelijk maar ditmaal heeft het beest toch beestig uitgehaald. Een hond is en blijft een beest en beesten kan je niet te veel vertrouwen.

Na de middag brengen de eigenaars van het beest ons „dolci”, koekjes als excuus voor de geleden smart. ’s Avonds hebben we niet al te lekker gegeten in het restaurant aan de camping. De groep ACSI-reizigers was er ook en ze waren helemaal niet tevreden over hetgeen hen voorgeschoteld werd

dinsdag 10 juni - Matera - 269km

Vanmorgen willen we een tijdje de kustweg volgen richting Taranto om vervolgens af te slaan richting Nardò. Taranto zelf willen we niet bezoeken want het schijnt een van de vuilste steden van Italië te zijn, met dank aan de staalindustrie. De stranden tussen Gallipoli en Taranto zouden wondermooi zijn en worden wel eens de Europese Caraïben genoemd.

Ik weet niet hoe de echte Caraïben er uit zien maar een slechte weg, lelijke dorpjes en veel wegenwerken laten weinig heel van het ons voorgespiegelde idyllisch beeld. We buigen dan maar wat sneller af richting Nardò. 

Het centrum van Nardò heeft een barokke piazza en ook de duomo is een bezoek waard. We staan nog wat rond te kijken tot er opeens een oudere Italiaan op een fiets komt aangereden. 

De man is uiterst trots op zijn stad en vertelt honderduit. Over de stier die het symbool van de stad is, over zijn tijd in het Italiaanse leger in het noorden. Zoals de meeste Italianen die we ontmoeten is ook hij erg trots op zijn land en op zijn regio. Hij begrijpt ook niet hoe het mogelijk is dat het economisch slecht gaat met Italië.

We willen in een ruk tot in Matera rijden en Puglia verwisselen voor Basilicata. Volgens de TomTom (die na aankomst thuis vervangen is) zou de snelste weg over Lecce lopen. Dat is steeds over een superstrada en ik kan wel geloven dat het over de gewone strada langs de kust inderdaad niet vooruit gaat. Lecce betekent voor ons de Ipercoop en we maken van de nood een deugd om de voorraden aan te vullen. 

Wegens inventaris is de Ipercoop vandaag maar vanaf 14u geopend en we slenteren wat langs de andere winkels. 

Na de aankoop van de gebruikelijke pollo allo spiedo verloopt de rit naar Matera vlot. Op de hoogte van Taranto zien we de staalfabrieken links en rechts van de weg opduiken en we moeten eerst door deze industriële woestenij alvorens we de heuvels richting Matera kunnen indraaien. De TomTom probeert ons onderweg nog ergens het veld in te sturen maar we geraken toch vlot op de Agriturismo Masseria del Pantaleone onderaan de heuvel op een kilometer van Matera. 

De pollo - lekker en zacht - zorgt bij het avondeten voor een onaangename verrassing, een stuk afgebroken tand! Gelijkaardig probleem als vorig jaar op reis naar Noorwegen maar nu zijn we wel veel verder van huis. Morgenvroeg bellen we naar de tandarts thuis en vragen welke de opties zijn.

woensdag 11 juni - Matera - 0km

De tandarts brengt raad. Zolang de tandvulling het houdt is er geen gevaar en kunnen we de reis gerust voortzetten. 

De eigenaar van de camperplaats zorgt voor een navetta van en naar Matera. Het is bloedheet tussen de huisjes en op de trappen van Matera. We hoppen van schaduw naar schaduw, bezoeken een - frisse - grotwoning en een warm terras. Zoals in de meeste Italiaanse steden hier in het zuiden zijn de kerken en hier en daar een woning het enige mooie in de stad. 

De gewone man heeft ook hier veel betaald voor de pracht en praal die zijn god - of zijn afgevaardigden op aarde - van hem geëist hebben. Matera en zeker het oude deel was (en is) nochtans een arme stad, geen paleizen maar kleine huisjes, vochtige grotwoningen langs trappen en steegjes die over de helling kronkelen. 

In de namiddag wordt het puffen en blazen in de schaduw van de zoveelste olijfboom. Naast ons ligt zoals op vele hellingen in de streek een veld vol zonnepanelen. Als energieboer heb je daar weinig omzien naar en de oogst stroomt letterlijk elke dag