Lucca

Witte marmer

De witte marmer van Carrara is wereldberoemd en mag niet ontbreken op onze reis. Om volop te genieten van het italiaanse landschap kiezen we voor de gewone weg i.p.v. de autostrade.

Eén lange file, wandelend over de autodaken zou je veel sneller vooruitkomen dan met de auto. Ik heb de TomTom om een parking op 800m van het centrum van Carrara gevraagd en we worden er recht naartoe geleid. Ik moet de instructies wel opvolgen en niet zelf beginnen fantaseren over de weg want dan loopt het verkeerd af.

Carrara zelf is niet veel zaaks maar de dame aan de toeristische info is supervriendelijk. Ze stuurt ons naar de cave di Colonnata, omringd door steengroeven. Colonnata is een klein bergdorp, de laatste km enkel te voet of met de bus te doen en verboden voor auto's.

Colonnata is zeer stoffig, omringd door de vele marmergroeven. Een monument ter ere van de marmerwerkers herinnert aan hun zwaar bestaan.

Een klein straatje met enkele toeristenwinkeltjes, kleine restaurantjes en de "lardo di conca", de specialiteit van het dorp.

Van Colonnata gaat het naar de cave di Fantiscritti in een woest uigesleten landschap met overal centimeters dik wit stof. Het museum is een fuik naar een winkel met allerlei prullen. Het zicht op de marmergroeven is indrukwekkend en de tocht hier naartoe door de tunnels van de uitgeputte marmergroeven bepaald spectaculair. Je kan hier ook de openlucht- en de ondergrondse marmergroeven met een gids bezoeken.

Onder de grond kruipen is vandaag niet aan ons besteed. We verlaten de bergen en gaan naar Sarzana, weinig bekend maar met vele overblijfselen van een rijk verleden. Mooie kleine straatjes, pleintjes, terrasjes, een burcht waaraan spijtig genoeg gewerkt wordt, een echte verademing na de drukte van Carrara.

Langs de gewone en nu iets minder drukke weg terug naar Le Grazie. Deze namiddag is er een trouwfeest in het hotel en we mogen dus niet te vroeg terug zijn.

Tiptop uitgedoste Italianen lopen in ieders weg en maken met moeite en tegenzin plaats voor de gewone hotelgasten. Hopelijk maken ze minder lawaai dan de feestvierders van vorige nacht.

Lucca en Pisa

Vandaag is het onze cultuurdag. Als cultuurbarbaren houden we meer van natuur en wandelen dan van het begluren in duistere zalen van de wondere creaties van schilders en beeldhouwers. Hetgeen de natuur gemaakt heeft overstijgt volgens ons nog steeds de creatie van de mens. Vandaag Lucca en Pisa, twee steden die we tijdens onze vorige Toscanereis twee jaar geleden links lieten liggen wegens te ver van onze toenmalige uitvalsbasis.

Op zondagmorgen is het aangenaam rijden langs de Italiaanse kustweg. De Italianen slapen eerst lang uit en stormen dan allen tegelijk naar de stranden. Er is al verkeer maar veel minder dan op andere dagen. De radio waarschuwt wel voor zeer druk verkeer deze avond.

In het hotel is er vandaag - alhoewel het zondag is - opnieuw een huwelijksfeest, met bomboniera, het traditioneel huwelijksgeschenk aan de feestgasten in Italië.

Toscane - zeker de Toscaanse steden - blijft voor mij de Franse Provence van 30 jaar geleden: vuil en stofferig en zeer warm. Het is er aangenaam kuieren door de stad. Vele pleintjes, gelaterie, bomen, fonteintjes. Door de vele orkestjes klinkt er achter elke straathoek muziek. Een panino caldo 's middags met een caffé en we kunnen er weerom tegen.

Van Lucca naar Pisa willen we de gewone weg volgen, maar ik heb de instructies van mijnheer TomTom slecht begrepen en voor ik er erg in heb sta ik voor een "péage" - il pedaggio - op de autostrade. Het is niet ver, 30 km en een half uurtje later staan we voor Pisa. Hier geen georganiseerde parkings maar georkestreerde wanorde. Langs de Arno vinden we een vrije plaats, gratis want het is zondag.

De tocht naar Lucca, ditmaal langs de autostrade, verloopt zonder problemen. Links zien we de witte wonden van de marmergroeven van Carrara en we volgen de bergen tot aan Lucca dat in de vlakte ligt. Het is een volledig omwalde stad waarvan het grootste gedeelte autovrij of autoluw is.We vinden een plaatsje op een verlaten reuzegrote parking aan de stadsrand. Na 200m stappen staan we aan de porta San Donato en kan de verkenning beginnen.

We bezoeken steden meestal op een zondag. Dit heeft als voordeel dat de handelszaken gesloten zijn en het er veel minder druk is. Eten en drinken of souvenirs kopen is geen enkel problemen, die blijven steeds open. Er zijn veel toeristen in de stad, veel fietsers, muzikanten maar ook .... bedelaars. We hebben dit jaar opvallend veel bedelaars gezien in Italië. Zou de dienster in de bar van Le Grazie dan toch gelijk hebben en gaat het niet goed in de onderbuik van Italië?

Gans Pisa is één grote vlooienmarkt met ontelbare kraampjes en donkerzwarte Afrikanen. Veel tweedehandsboekenstalletjes en rommel allerhande. Ik vind er voor 6 euro een Michelin hotelgids van Italië. De toren van Pisa staat nog steeds scheef en dat komen ontelbare toeristen elke dag controleren. De grasvlakte rond de duomo en de toren is verboden voor toeristen. Een politiepatrouille jaagt iedereen van het grasveld.

Even buiten dit toeristisch centrum liggen mooie huizen langs verlaten pleintjes en langs de Arno. Pisa, je moet het gezien hebben als je in de omgeving bent maar Pisa alleen is beperkter dan Lucca.

Langs de autostrade gaat het terug naar Le Grazie. We zijn zowaar blij dat we terug "thuis" zijn.

 

Geen Portofino maar La Spezia 

Portofino zou zeer mooi zijn, met een baai vol grote jachten, gekleurde huizen langs het water en er zou veel mooi volk rondlopen. Zou want we hebben het niet gezien. We bleven te lang in ons bed liggen en lieten ons het beperkte ontbijt goed smaken.

We hebben ditmaal wel een buskaartje gekocht in de tabaccheria en we rijden wit richting La Spezia stazione.

Om 10 uur nemen we de bus richting La Spezia en een half uurtje later staan we op het perron. We hadden beter op voorhand de uurregeling van de treinen bekeken want de trein richting Santa Margherita Ligure - naast Portofino - vertrekt om 9 of om 11u. Als we dan ook de uren voor de terugreis bekijken dan zit er niets anders op dan dit tripje uit te stellen. Telkens we met de auto langs de lungomare van La Spezia rijden vinden we dat we de stad ook eens moeten bekijken en vandaag maken we van de nood een deugd.

La Spezia heeft ons aangenaam verrast. Niet de binnenstad die druk is en weinig mooie dagen gekend heeft maar vooral de lungomare. Langs de grote laan aan de landzijde van het park liggen enkele mooie gebouwen en een merkwaardige ronde kerk, de moderne Cristo Re alla Spezia-kathedraal. Speciaal van buiten want het ding is gesloten. La Spezia is, naar Italiaanse normen, een zeer moderne stad.

Langs de baai loopt een promenade van een goede km lang. Links een park met palmbomen en rechts het blauwe water van de baai. Hier vertrekt de traghetto die via Portovenere naar de dorpjes van de Cinque Terre gaat.

In een tweedehands boekenstalletje onder de palmbomen vind ik een piepklein Italiaans verklarend zakwoordenboek en we bezoeken het Museo Navale. Het cultureel deel van de reis zit er op!

Beckenried    Le Grazie    Lucca    Portovenere